Borstvergroting – De ingreep

Voor een borstvergroting wordt u gedurende een dag opgenomen in onze kliniek. De ingreep vindt plaats onder narcose. Een implantaat kan ingebracht worden via een sneetje in de oksel, een sneetje langs de onderste helft van de tepel of een sneetje in de plooi onder de borst.

Al deze methoden zijn zó ontwikkeld dat er sprake is van minimale littekenvorming. Het litteken zal na de operatie nauwelijks zichtbaar zijn.

Het implantaat wordt hierna onder het borstweefsel of onder de grote borstspier geplaatst. Het is mogelijk dat u de randen van het implantaat kunt voelen wanneer u een dunne borsthuid hebt. Wanneer de bedekking minder dan 2 cm is bij de eventuele plek van de bovenrand van de prothese is het advies om deze onder de borstspier te plaatsen. Plaatsen onder de grote borstspier heeft als voordeel dat er minder kans op kapselsamentrekking is. Nadeel van deze plaats is dat het herstel na de ingreep langer duurt.

De hoogcohesieve implantaten worden niet vervormd door de spier. De exacte plaatsing van het implantaat is overigens ook één van de thema’s die de plastisch chirurg met u zal bespreken tijdens het consult. Wanneer de prothesen onder een dunne huid of bedekking worden geplaatst kan het onnatuurlijk overkomen.

Hieronder ziet u een duidelijk voorbeeld van een verkeerde plaatsing, links is een ronde onder de klier welke duidelijke zichtbaar is, rechts is deze vervangen door een druppelvormige en geplaatst onder de spier.

borstvergroting-ingreep-voor-5a

borstvergroting-ingreep-na-5b

Nadat de implantaten zijn ingebracht, en in de juiste positie liggen worden de sneetjes met hechtingen gesloten. In zeldzame gevallen wordt bij elke borst een dun slangetje aangebracht om het wondvocht af te voeren, maar meestal is dat niet nodig, dit voorkomt een extra litteken en ongemak en pijn.